Het weer kan zomaar omslaan in de bergen. Ik wist dat wel, maar heb het nog nooit echt bewust meegemaakt. Als kind ben ik wel eens getuige geweest van een weersomslag, maar niet zo erg als vanmiddag. Mijn eerste echte vakantiedag in het Oostenrijkse Alpachtal-Seenland leek zo mooi te beginnen met heerlijke zomerse temperaturen. Op het programma stond een fietstocht op de mountainbike. Bijna twee uur, twintig kilometer in een slakkentempo. Niet erg, want het zou een echt gezinsfietstocht vanuit Kramsach door Rattenberg naar Kundl en weer terug worden. Dat terug ging hier en daar licht omhoog en dat vonden de beide jongens maar wat zwaar. Hebben ze dat ook eens meegemaakt.
Nog een rondje
Eenmaal terug bij de fietsenwinkel Bikeprofi31 van Harald Zoglauer besloot ik om nog een mooie ronde te fietsen en de andere vier gezinsleden gingen zwemmen in de Reintalersee, waar we tijdens onze ochtendrit langskwamen. Mijn keuze viel op een ronde van 27 kilometer met meer dan zevenhonderd hoogtemeters. Het eerste deel van Kramsach naar Brandenberg was directe het zwaarste met stukken van zo’n 12% stijging. Het deed me weer even denken aan de Glockner König van begin juni, alleen nu reed ik op een mountainbike zonder speciale schoenen en met alleen maar wat water aan boord.
De eerste druppels
Later ging het wat makkelijker, maar met de zon nog in het gelaat reed ik uiteraard weer eens verkeerd. Een klim van anderhalf kilometer en een behulpzaam oud vrouwtje later, kwam ik na een ziedende afdaling bij de juiste weg richting Pinegg. De zon had plaatsgemaakt voor grijze wolken, de eerste spatjes regen vielen bij de volgende klim na Pinegg richting Aschau. Deels liefst 15%, zo viel op een bord te lezen en dat kon aan de benen te voelen best kloppen. De regen bleef nog even weg en in vliegende vaart stortte ik me richting Kramsach.
De hemel barst open
In Kramsach bleek de hemel langzaam maar zeker asgrauw te kleuren en belde ik maar even met Marietje. Ze haalde de jongens uit het water en zou me daarna snel ophalen. De hemel barstte open: het begon te regenen, te donderen en te bliksemen. Het spoelde werkelijk waar en ik was blij na een kwartier opgehaald te worden. De bergen waar ik zojuist nog doorheen gefietst had, waren aan het gezichtsveld onttrokken. Wat als ik daar nog had gefietst? En al die mensen die een bezoek brachten aan de Tiefenbachkklamm, een lange smalle kloof waar de Brandenberger Ache zich een weg door kronkelt? Ik had drommels veel geluk gehad, vond ik zelf. Een ding weet ik nu echt zeker: bergen laten nu eenmaal niet met zich sollen.