De meeste vakantiegangers gaan met de auto op vakantie richting de Alpen. Het geeft je vrijheid tijdens de vakantie en zeker wanneer je met meer personen reist, is het de goedkoopste manier van vervoer. Maar wanneer je eenmaal in de bergen bent, is het natuurlijk wel even anders rijden dan in ons platte landje. Om goed te kunnen rijden in de bergen heb je bepaalde kennis nodig en daarnaast geldt: oefening baart kunst. Ervaring doe je op door veel te rijden in de bergen. De benodigde basiskennis en enkele belangrijke tips, lees je in dit artikel. Vergeet ook niet de video te bekijken!
1. Oefen voor vertrek nog even de hellingproef
De hellingproef, je hebt hem ongetwijfeld geleerd tijdens autorijles, maar hoe vaak gebruik je deze nou in Nederland? In de bergen is het anders. Hier zal je regelmatig stil moeten staan op een helling en weer op moeten trekken. Je kunt de hellingproef prima oefenen in bijvoorbeeld een parkeergarage in Nederland. Probeer de koppeling zo min mogelijk te laten ‘slippen’ en maak goed gebruik van de handrem. Moderne auto's, zoals de Ford waarin wij op de foto's rijden, hebben een automatische hulp bij het wegrijden op een helling. De Hill Start Assist zorgt ervoor dat de auto 2,5 seconden blijft staan wanneer je je voet van de rem naar het gas verplaatst.
2. Klimmen: toeren maken in een lage versnelling
Vergeet het ‘moderne rijden’ met een laag toerental in de bergen. Om hellingen te beklimmen, moet je auto toeren maken en dit doe je in een lage versnelling. Merk je dat de auto kracht verliest tijdens het klimmen, schakel dan terug naar een lagere versnelling en geef gas. Je kunt het vergelijken met het beklimmen van een berg op de fiets, dan wil je ook in een lage versnelling rijden: voor de auto geldt hetzelfde.
3. Stijgend verkeer heeft voorrang
In de bergen geldt een extra verkeersregel: stijgend verkeer heeft voorrang op dalend verkeer. Dit geldt voor de smallere wegen waar je elkaar de ruimte moet geven. De reden van de voorrangsregel is dat stijgend verkeer wat lastiger op gang komt dan dalend verkeer. Uitzondering hierop zijn postbussen, deze hebben altijd voorrang. Ook kan het handig zijn grote vrachtwagens en andere bussen voorrang te geven, zeker voor een haarspeldbocht.
4. Dalen: remmen op de motor
Er is een stelregel: dalen in dezelfde versnelling als stijgen. Door ook in een lage versnelling de berg af te rijden, remt de auto op de motor. Door te remmen op de motor ontlast je de remmen van de auto, die in geval van lang en veelvuldig gebruik oververhit kunnen raken. Af en toe zal je bij moeten remmen, wanneer je alsnog te snel naar beneden gaat, maar dat is natuurlijk geen probleem. Probeer in ieder geval te voorkomen dat je continu op de rem staat. Rijd je in een hybride auto zoals de Ford Puma, dan laadt je accu bovendien lekker op wanneer je afdaalt.
5. Verminder vaart voor een haarspeldbocht en schakel op tijd terug
Zorg ervoor dat voor je een haarspeldbocht instuurt, je in de juiste versnelling zit en voldoende vaart hebt geminderd. Koppelen en schakelen in de bocht kan ervoor zorgen dat je ineens versneld (of vertraagd tijdens het klimmen), en daarnaast kun je je niet concentreren op het sturen in de bocht. Kijk tijdens het dalen altijd naar beneden en tijdens het klimmen omhoog, zodat je kunt anticiperen op tegemoetkomend verkeer en niet in de bocht ‘klem’ kunt komen te staan met bijvoorbeeld een bus of vrachtwagen.
6. Schakel handmatig of gebruik de bergversnelling in een automaat
Een automatische versnellingsbak zal altijd proberen in een hogere versnelling te schakelen. Tijdens het klimmen kan het hierdoor gebeuren dat je onvoldoende toeren maakt om soepel omhoog te rijden en tijdens het dalen kan de auto hierdoor onvoldoende remmen op de motor. Maak dus van de mogelijkheid gebruik om met de hand te schakelen wanneer je in de bergen rijdt. Moderne automaten hebben vaak ook een speciale berg- of sportversnelling.
7. Houd rekening met een langere remweg
Wanneer je afdaalt in de bergen zal je ervaren dat je je rempedaal veel dieper moet indrukken dan wanneer je op een vlakke weg rijdt. Zeker wanneer je auto vol beladen is met personen en/of bagage, zal deze remweg alleen maar toenemen. Afdalen is hierdoor ook gevaarlijker dan klimmen. Houd dus rekening met een langere remweg en rem voldoende bij om je snelheid onder controle te houden.
8. Wees voorzichtig tijdens heftige regenbuien en op gladde wegen
Dat het weer in de bergen razendsnel kan omslaan, weten veel mensen wel. Dat is natuurlijk niet anders wanneer je in de auto zit. Voor je het weet, rijd je ineens door de stromende regen. Zeker nadat het een lange tijd droog is geweest, kunnen wegen spekglad zijn.
9. Let op met parkeren
Kijk in de bergen goed waar je je auto parkeert. Zie je bijvoorbeeld een steile helling waar stenen naar beneden zijn gerold, kies dan een ander plekje anders kan er bij terugkomst een steen op je autodak liggen. Draai daarnaast je wielen altijd richting de berg, zodat wanneer je auto toch zou gaan rollen, deze snel tot stilstand komt tegen de berghelling. Zet je auto altijd in de versnelling als je hem parkeert. In de 1e versnelling wanneer je met de neus van je auto omhoog staat en in z’n achteruit wanneer je met de neus van je auto naar beneden staat. Vergeet daarnaast niet de handrem goed aan te trekken. Is een helling heel steil dan kun je eventueel nog een grote steen achter je wiel leggen om wegrollen te voorkomen.