Wanneer je met de auto op vakantie gaat naar de Alpen, betekent dit dat je flink wat kilometers moet overbruggen. Natuurlijk heb je dat ervoor over, want bij aankomst kun je genieten van een welverdiende vakantie. Toch is dat voor een familievakantie niet altijd ideaal. Het duurt lang voor de kinderen en om de haverklap vragen ze hoeveel kilometer jullie nog moeten rijden. Gelukkig is daar de oplossing om de tijd te doden: spelletjes spelen. In dit blog heb ik de leukste spelletjes voor in de auto op een rijtje gezet.
1. Zoek het kenteken
Is het druk op de weg of sta je in de file? Speel dan het spelletje ‘zoek het kenteken’. Ga bijvoorbeeld opzoek naar kentekens uit het buitenland of naar kentekens met een bepaalde lettercombinatie. Ook leuk: aan Duitse nummerborden kun je zien waar de auto vandaan komt. Raad jij alles goed?
2. Wie of wat ben ik
Laat iedereen om de beurt een dier, persoon of voorwerp bedenken, zonder dit met de andere inzittenden te delen. Vervolgens mag iedereen dit in een maximaal aantal vragen raden. Je kunt het zelf zo moeilijk of makkelijk maken als je wilt.
3. Ik zie ik zie wat jij niet ziet
Een gouwe ouwe, maar wel ontzettend leuk en ideaal voor in de file. Je mag natuurlijk alleen iets kiezen dat op dat moment ook echt zichtbaar is. Wordt het een voorwerp in de auto of juist daarbuiten?
4. Wie het langst stil kan zijn
Ben je de drukte van de kinderen op de achterbank even helemaal zat? De oplossing zit in een heel simpel spelletje: doen wie het langste stil kan zijn. Uiteraard met een lekker ijsje als beloning, maar dan moeten ze wel serieus meedoen en minimaal een aantal minuten stil zijn. Wedden dat het helpt!
5. Raadsels
Als je op vakantie gaat met oudere kinderen, een ander stel of een groep vrienden, dan is het leuk om vooraf een aantal raadsels op te zoeken. Schrijf deze op papieren kaartjes en laat iedereen om de beurt een raadsel oplezen.
6. Ik ga op reis en ik neem mee
Eén van de spelletjes die ik onderweg met mijn ouders en zusje altijd speelde: ik ga op reis en ik neem mee. De eerste speler noemt iets dat hij of zij meeneemt op reis en de volgende speler moet dat herhalen en er zelf iets aan toevoegen. De volgende speler herhaalt de vorige twee items en voegt daar weer iets aan toe. Zo ga je door, tot er een speler is die de draad kwijtraakt. De winnaarsmentaliteit zorgt ervoor dat de kinderen daarna nog minimaal drie rondes willen spelen.
7. Geen ja, geen nee en geen ehhhhh…
Bedenk een vraag en laat om de beurt iemand antwoorden. Het lijkt heel makkelijk, maar de woorden ja, nee en ehhhhh zijn verboden. En dat is best lastig, want van nature zijn dit antwoorden die we snel geven. De persoon die de vraag goed heeft zonder één van deze drie woorden te gebruiken, mag de volgende vraag stellen.
8. Nummerborden bingo
Neem een stapeltje bingokaarten en potloden mee in de auto. Let op: dit moeten wel bingokaarten met dubbele cijfers zijn (niet 9, maar 09). Iedereen zoekt nu de nummers die op de kaart staan op nummerborden van auto’s die voorbijrijden. Natuurlijk moet je wel even roepen als je een cijfer ziet, zodat iedereen dat ook even kan controleren. Kaart vol? BINGO!