Fietsen over de Alpen, dat kan toch niet een relaxte vakantie zijn? Fiets je dan niet alleen maar door drukke dalen? En die bergpassen, zijn die niet veel te steil om te fietsen met bagage? Wij hebben onze twijfels van te voren. Kunnen we dit wel? En is het wel leuk? Toch trekt het avontuur als we horen over de Via Claudia Augusta. Al rond het jaar nul legden de Romeinen een handelsroute aan dwars door de bergen van Italië naar Duitsland. Nu is het een fietsroute en kan je als een moderne Romein op je metalen strijdros de bergen veroveren. Als de Romeinen het konden, moet het ons toch ook lukken…
Fietsen met zicht op de bergen
De Via Claudia Augusta start heel gemoedelijk. We fietsen vanuit Augsburg over mooie fietspaden door grasvelden en gezellige heuvels. Net als we toegeven aan het vakantiegevoel, zien we donkere wolken opdoemen in de verte. Maar zijn het wel wolken? Nee, dit zijn ze dan, die bergen. Oh help, help, help! Opeens realiseren we ons wat we van plan zijn. We bekijken ons routeboekje nog eens kritisch. Nee, pas bij de Fernpas begint het echt te stijgen. Tot die tijd hoeven we ons niet druk te maken. Gemoedelijk loopt het bospad langs een bergrivier de bergen in. Natuurlijk gaat het op en neer en in grote lijnen stijg je al een beetje. Maar afzien? Nee, het is gewoon nog lekker fietsen. En bovendien een prachtig landschap.
Zweten op de Fernpas
En dan begint het echt. Vandaag staat de Fernpas op het programma. De grote weg, die je misschien kent van de file bij wintersport, laat ons routeboekje links liggen. Nee, wij rijden over een bospad. Het wordt wel iets steiler. En nog iets steiler….Ik probeer gas te geven terwijl ik op de trappers ga staan. We zien een mountainbiker. Die loopt dit stuk met zijn fiets aan de hand. Hmm, ik geef het ook op. Ja, dit is echt hard werken. Eén voor één sjouwen we de fietsen de helling op. Om de paar minuten ploffen we naast de fietsen op de grond. Vol in het zweet hijgen we uit. De bosaardbeien die hier overal staan geven ons nieuwe energie. Stiekem genieten we eigenlijk wel van dit afzien. En sneller dan we dachten zijn we boven.
Tussen twee passen
Bovenop de Fernpas kiezen we de grote weg voor de afdaling. We zoeven over het asfalt naar beneden. Poeh, wat een heerlijk gevoel. We kunnen weer rustig fietsen door het dal van de Inn, de gemoedelijkheid is terug. Maar er wacht ons nog een tweede grote pas. Via Zwitserland fietsen we de Reschenpas op vanaf de rustige kant. Hier komen de eerste echte haarspeldbochten. Bocht voor bocht klimmen we naar boven. We merken meteen dat we overal de buitenbocht moeten nemen. Die binnenbochten zijn echt veel steiler. En zo komen we met de fiets aan in wintersportdorp Nauders. We hebben Italië gehaald!
Fietsen door de appelboomgaarden
We dalen af door het dal van de Adige. Vanaf de grens tot Verona gaat de route eigenlijk alleen nog maar over fietspaden. En wat voor fietspaden; heerlijk asfalt kronkelt naar beneden. We fietsen langs een meer, Reschensee. Een kerktoren doemt op. Uit het meer? Ja, echt. Hier ligt een verdronken dorp. Opgegeven vanwege de bouw van een stuwmeer. En dan volgt een zalige afdaling. Eindeloos zoeven we naar beneden. En hard dat het gaat. We komen in een dal vol met appelboomgaarden. Deze worden allemaal besproeid. Geregeld rijden we onder zo’n regengordijn door. Heerlijk koel. Je krijgt spontaan zin in een appelsapje.
Door Prossecogebied naar Venetië
We kunnen doorfietsen naar Verona, maar wij willen naar Venetië. Onze route voert langs Feltre, Valdobbiadene en Treviso. Dit is de streek van de Prosseco en van hele goede witte wijnen. Glooiende heuvels staan hier vol wijnranken. Daarna rijden we opeens in een vlakte. De bergen zijn op. We hebben het gehaald! Nu alleen nog de dam over fietsen naar Venetië. En daar houdt dan ook het fietsen op. We stappen op de boot voor een welverdiend ijsje op het Lido. Achter de stad zien we de bergen in de verte nog liggen.
De Alpen over met de fiets lijkt een grote, enge onderneming. Maar het is als elke fietsvakantie een stuk fietsen waarbij je soms geniet en soms afziet. De twee grote passen kan je vermijden door een postbus nemen. Dan hoef je alleen nog maar naar beneden…