We vinden het eigenlijk heel normaal dat ze overal in de bergen staan: wandelbordjes. Ze wijzen ons de weg en geven aan hoe lang het nog lopen is tot het doel. Maar heb je er wel eens over nagedacht hoe deze wandeltijden eigenlijk worden berekend? En houd jij rekening met de tijden op deze bordjes, of plan je liever zelf je wandeltijd? Klopt jouw wandeltijd met de bordjes, of ben je sneller of langzamer? In dit artikel alles over wandeltijden. Hoe worden ze berekend en waar dien je rekening mee te houden wanneer je zelf een wandeling plant?
Belangrijke factoren: afstand en hoogtemeters
Bij de berekening van de wandeltijd spelen twee factoren een rol: de afstand en het aantal hoogtemeters dat afgelegd moet worden. Daarnaast is er een verschil in klimmen en dalen. Je zou misschien verwachten dat de wandeltijden op de bordjes bepaald worden door de wandelroute een (paar) keer te lopen, maar niets is minder waar. Er wordt gebruik gemaakt van een formule die rekening houdt met de afstand in kilometers en het aantal hoogtemeters dat afgelegd dient te worden. De verschillende Alpenverenigingen hebben zo hun eigen berekeningen om een gemiddelde wandeltijd te bepalen die ze vervolgens publiceren op de wandelbordjes. Hierdoor kan het bijvoorbeeld zijn dat je in Oostenrijk sneller bent dan de aangegeven tijden, maar in Italië kloppen de tijden precies met jouw wandeltijd.
Berekening van de wandeltijden op wandelbordjes
De Zwitsers (SAC) staan bekend om hun precisie en zij gebruiken de volgende formule voor het berekenen van gemiddelde wandeltijden: een gemiddelde snelheid van 4,2 km per uur op een vlakke ondergrond en per 300 hoogtemeters wordt een uur (erbij) gerekend. Andere Alpenlanden gaan ervan uit dat je sneller afdaalt dan stijgt en rekenen 500 hoogtemeters per uur in de afdaling. Ook wordt het kleinste getal van de twee (hoogteverschil of afstand), vaak nog door twee gedeeld. De tijden die je op de bordjes ziet staan, zijn dus hoogstwaarschijnlijk met deze formule gemaakt. Ook de Duitsers (DAC) hebben hun eigen formule.
Voorbeeldberekening
Wanneer een wandeling bijvoorbeeld 12,6 km is en 600 hoogtemeters overbrugt, dan kun je deze als volgt berekenen:
- Afstand: 12,6 gedeeld door 4,2 = 3 uur
- Hoogteverschil: 600 gedeeld door 300 = 2 uur
- De kleinste waarde delen door 2. Dus 2 uur wordt 1 uur
- Totaal zal de wandeling 3 + 1 = 4 uur duren
Richtlijnen berekening wandeltijden op wandelbordjes
Bij de berekening van wandeltijden op de wandelbordjes gaat men dus over het algemeen uit van de ‘gemiddelde wandelaar’, sommigen zullen sneller zijn en anderen langzamer. Belangrijk om te weten is dat:
- Er geen rekening wordt gehouden met pauzes
- Er wordt uitgegaan van ideale omstandigheden
- Wandeltijden bij regen, sneeuw en/of mist snel toenemen
Persoonlijke wandeltijd
Wanneer je regelmatig in de bergen wandelt, heb je waarschijnlijk wel een aardig gevoel ontwikkeld voor je ‘persoonlijke wandeltijd’. Ben je altijd sneller dan de wandelbordjes aangeven? Haal je regelmatig andere wandelaars in, of is het misschien andersom. Je conditie, leeftijd, ondergrond, hoogte en weersomstandigheden zijn belangrijke factoren bij het bepalen van je wandeltijd. Het is interessant om een aantal wandelingen bij te houden. Hoeveel km en hoogtemeters heb je afgelegd en hoe lang heb je hierover gedaan? Deze kennis kun je gebruiken bij het plannen van toekomstige wandelingen.
Wandeling plannen
Om je wandeling te plannen dien je rekening te houden met je persoonlijke wandeltijd of ga je uit van de bovenstaande formule. Maar het allerbelangrijkste is dat je altijd rekening houdt met onvoorziene omstandigheden. Denk hierbij aan het weer dat kan omslaan, dat je per ongeluk van de route afwijkt of een (kleine) blessure oploopt. De belangrijkste tip is dan ook: start altijd ’s ochtends op tijd met je wandeling, zodat je niet voor verrassingen komt te staan wanneer iets tegen zit.