Berggids of IML, dat word je niet zomaar

Nederland heeft een select gezelschap aan berggidsen. Zij zijn allen opgeleid in het buitenland. Om berggids te worden volg je een lange zware opleiding in één van de Alpenlanden. Maar de opleiding tot International Mountain Leader is gewoon een Nederlandse opleiding, wel internationaal erkend natuurlijk. In drie jaar word je klaargestoomd om met klanten de bergen in te mogen. In de zomer én in de winter. In de winter op sneeuwschoenen en in de zomer al wandelend. Er bestaat zowel voor de zomer als voor de winter een voorbereidingsmodule. Beide modules worden gegeven door Peter Mienes en beloven een inkijkje in de keuken van de IML-er. Omdat dit me wel wat lijkt, schrijf ik me in voor de introductiecursus zomer. Ik ga proeven van het IML vak tijdens de introductiecursus.

Om alle misverstanden te voorkomen legt Peter het verschil uit tussen een berggids en een IML. Het grote verschil met een berggids is dat een berggids van alles met touwen mag doen; klimmen, gletsjers en een klettersteig bijvoorbeeld. Ook mag een berggids in de winter skiënd zijn klanten meenemen. Een International Mountain Leader zal in de winter op pad zijn met sneeuwschoenen en mag hooguit een touw gebruiken als het een keer tegenzit, bijvoorbeeld bij een moeilijke passage. De overeenkomsten tussen het werk als gids of het werk als IML zijn er natuurlijk ook. Je doet je werk in de bergen. Je gaat op pad met een groep klanten, waarbij jij zorgt voor de veiligheid. En die klanten, die willen natuurlijk gewoon een fantastische ervaring in de bergen.

De introductiecursus wordt verzorgd in een hotel in La Chapelle-d’Abondance, gerund door Nederlanders. Dit dorpje ligt in Portes du Soleil, net onder het meer van Genève. Het gebied heet de Chablais en is een aanrader om te ontdekken. Niet alleen voor fanatiekelingen, want ook beginnende wandelaars kunnen hier mooie tochten maken. Het is niet alleen bekend van de bergen, maar ook van de wijn en het cultuurlandschap tussen het Meer van Genève en de hoge Alpentoppen. In Hotel Esprit Montagne worden we dan ook op zijn Frans verwend. Fijne lichte kamers die je deelt met een medecursist, een uitgebreid ontbijtbuffet en een fantastische keuken voor het avondeten. Het lijkt wel of ze een Michelin-ster willen verdienen. Het eten ziet er uit als schilderijtjes. Maar bovenal is het er gezellig en is iedereen supervriendelijk.

Wie doen er nou mee aan zo’n introductiecursus? Dat zijn natuurlijk allemaal bergfanaten. Iedereen vindt het geweldig om in de bergen te zijn en wil dat liefst nog meer. Elke dag gaan we dan ook de bergen in. En wat blijkt? De Chablais is niet het hoogst of het bekendst, maar je kunt er prachtige wandelingen maken! Eén van de eerste tochten gaat naar de Cornettes de Bise. De aanloop is eenvoudig, maar dan volgen er smalle paadjes over steile hellingen en zelfs geklauter door de stenen. We zijn hier onze eigen tochtleiders. We worden natuurlijk ook getest of dat wel goed gaat, met zo’n groep achter ons aan. Bovenop de top hoor je oh’s en ah’s. De lucht is strakblauw. We zien niet alleen het Mont Blanc massief. In de verte ontwaren we de Pigne d’Arolla, de Weisshorn en zelfs de Matterhorn springt er uit. Het is een cursusweek, maar we genieten volop.

Naast de dagen op de berg, zitten we ’s ochtends en ’s middags in de banken. Dan krijgen we theorie over van alles en nog wat. Uiteraard komt aan bod hoe de opleiding in elkaar zit en wat dat inhoudt, het vak van IML-er. We leren over wolken, geologie, navigeren, bloempjes en beestjes. Wat we binnen leren, brengen we buiten in praktijk. Met de beesten worden we verwend. Rond de top van de Cornettes de Bise cirkelen 4 grote vogels. Zijn dit nou lammergieren of arenden? De volgende keer neem ik een verrekijker mee. Achter de top van de Dent d’Oche is geen twijfel mogelijk. Hier ligt een kudde steenbokken op slechts 30 meter afstand. We beginnen te tellen, het zijn er wel 30 of 40. Lui liggen ze in het gras. Ze houden ons goed in de gaten terwijl wij ze fotograferen.

Tijdens het wandelen is het moeilijk je aandacht bij het pad te houden. Er is zoveel te zien en nog zoveel te leren! En dat moet ook wel. De opleiding is niet voor iedereen weggelegd. De toelatingseisen zijn streng en dus speuren we de lucht af naar wolken. We treffen deze week alleen maar helderblauwe luchten. Hier leer je niet veel van, maar lekker is het wel. Die wolken zullen we in Nederland nog eens goed moeten oefenen. De rotswanden om ons heen worden ook goed bekeken. Wat voor stenen zien we hier? En dan de bloemen. Ik heb al moeite een roos, een boterbloem en een vergeet-me-nietje uit elkaar te houden. Nu leer ik de wilgenroos, de ranonkel en de skabiosa. Verbazend hoeveel bloemen er nog staan zo aan het eind van de zomer.

Tijdens de week wordt duidelijk hoeveel er te leren valt en ook zal moeten worden om überhaupt de opleiding te mogen volgen. Naast theoretische kennis moet je natuurlijk vooral voldoende ervaren zijn in de bergen. Je moet zowel in de winter als in de zomer een overtuigende tochtenlijst kunnen laten zien. IML-er wil natuurlijk ook niet iedereen worden. Maar ambieer jij wel een baan als professional in de bergen en wil je weten wat IML precies inhoudt? Dan is deze introductiecursus een aanrader. En wil jij wel eens op pad in de bergen met iemand die er meer van weet zonder dat je nou echt wilt klimmen of skiën? Dan weet je nu wie je kan vragen.
Op deze website vind je meer informatie over de opleiding tot IML-er >