Een leugentje om bestwil maakt iedereen wel eens. Ook wandelaars maken zich er schuldig aan. Soms om het wandelgezelschap te motiveren, soms omdat je jezelf ergens van wilt overtuigen. Er komen tijdens een wandeling altijd momenten voor dat er leugentjes de wereld in worden geroepen. We zeggen gerust ‘we zijn er bijna’, terwijl we weten dat het echt nog wel een flink stuk stappen is. In dit weblog vijf ‘wandelleugentjes’ die iedere wandelaar kent.
#1. “Nog maar 1 bocht…”
Je bent ’s morgens nog voor zonsopgang opgestaan en inmiddels al weer een paar uur aan het wandelen. De fanatieke berggids heeft je een waanzinnig uitzicht belooft, maar het wandelen gaat steeds moeizamer. Ondertussen wordt er vrolijk geroepen “Nog maar 1 bocht, even doorzetten!”. Dit hoor je inmiddels al voor de tiende keer en de top is nog in geen velden of wegen te bekennen. Ter afwisseling krijg je ook regelmatig “we zijn er bijna!” te horen.
#2. “Deze route is prima te doen”
‘Gemiddelde wandeling met losliggende stenen’, vermeldde het tekstje in de lokale wandelgids. Hoewel je nog niet heel veel wandelervaring hebt, besluit je je gewoon aan de route te wagen. “Deze route is prima te doen”, houd je jezelf voor. Al na een paar minuten wandelen parelt het zweet van je voorhoofd en voel je je hartslag stijgen. “Hoe kan dit in hemelsnaam een ‘gemiddelde’ wandeling zijn?”, vraag je jezelf af. En hoe zwaar is een moeilijke wandeling dan wel niet? 8 tips voor het gebruik van een wandelkaart >
#3. “Mijn schoenen zijn al helemaal ingelopen”
Vol trots laat je je nieuwe wandelschoenen zien. “Mooi”, “die zien er nog nieuw uit” en “zijn ze wel ingelopen?”, zijn de reacties die je krijgt. Meteen slaat de twijfel weer bij je toe. Je hebt er een paar keer op gewandeld, maar echt ingelopen voor het hooggebergte zijn ze misschien nog niet. “Ze zijn al helemaal ingelopen!”, antwoord je met zoveel mogelijk overtuiging.
#4. “Met dit ontbijt kan ik wel toe tot de lunch”
Het begin van een lange wandeldag start met een uitgebreid ontbijt. En altijd roept iemand dan wel weer “op dit ontbijt kan ik wel weer vooruit tot de lunch”, terwijl iedereen eigenlijk al wel beter weet. Hoeveel muesli, volkorenbrood en yoghurt je ook eet, na twee uur wandelen begint de maag rond koffietijd gewoon weer te knorren. Tijd voor een wandelsnack of een stuk Apfelstrudel!
#5. “Ach, het wolkendek breekt zo wel open”
Je slaat de gordijnen open en een blik op de hemel leert dat de lucht potdicht zit. Af en toe valt er een spatje regen en de aanblik is behoorlijk druilerig. Als rasoptimist besluit je om gewoon te gaan wandelen, “want het wolkendek zal straks wel openbreken”. Ieder stukje blauwe lucht grijp je aan om je uitspraak kracht bij te zetten. Eenmaal op de top moet je het doen met een grijs uitzicht op de bewolkte bergen.
Welke wandelleugentjes vertel jij wel eens? Laat een reactie achter!