Er zijn van die bestemmingen in de bergen waar je keer op keer terug wilt keren. Zo’n plek waar je telkens iets anders kan doen en elke keer toch weer verrast wordt door de natuur en de schattige dorpjes. Een plek die nooit verveeld. Voor mij is dat het Pustertal. In dit dal komt al het goede van Italië en Oostenrijk samen. Het is daarmee de perfecte plek voor een bergvakantie.
Wat is er zo leuk aan het Pustertal?
Het Pustertal ligt aan de noordzijde van de Dolomieten, tegen Oostenrijk aan. Het ligt ten oosten van de Brennersnelweg. Komend vanuit Nederland is het, zeg maar, de eerste links als je in Italië bent. Dit maakt het een mooie tussenstop als je op weg bent verder naar het zuiden. Maar als tussenstop alleen is het veel te leuk. Het Pustertal is een cross-over tussen Italië en Oostenrijk. De bewoners hebben de actieve levensstijl van de Tirolers, maar daarnaast de Italiaanse flair. Iedereen zoekt hier de natuur en de bergen op, maar in de dorpjes bruist het ook op de terrasjes en in de barretjes. Hier komen de heerlijkste Italiaanse gerechten op tafel.
Heerlijke wandelmogelijkheden
Als je wandelt rond het Pustertal wandel je veelal over makkelijke paden en over groene hellingen. Daarboven rijzen de kalkbergen van de Dolomieten op. Steile wanden waartussen je je een dwerg voelt. Een aanrader is een bezoek aan de Pragser Wildsee. Dit azuurblauwe meer ligt opgesloten tussen hoge bergen en is een plaatje om te zien. Romantischer dan dit wordt het niet snel. Een rondje om het meer is een kort tripje, maar een absolute aanrader. Wandelen in het Pustertal gaat vaak over bospaden en grashellingen met altijd het uitzicht op die Dolomietenwanden. Heerlijke rondtochten om te genieten, maar ook stoere tochten naar toppen rondom. Door het dal rijdt een treintje, dus je hoeft niet een rondje te wandelen, je kan heel goed vanuit een ander dorp weer terug naar het beginpunt. Wil je echt een lange tocht, dan start de Alta Via Nummero Uno bij de Pragser Wildsee. Dit is een lange-afstandswandeling die langs een aantal van de bekendste Dolomietenbergen voert.
Fietstochten voor alle niveaus
Wil je liever fietsen, dan kan je in het Pustertal ook alle kanten op. Of je nou in het dal wilt fietsen of bergop, op asfalt of op de mountainbike. Door het Pustertal loopt de Pustertaler Radweg. Gemoedelijk op en neer over heuvels en telkens kom je weer in een dorpje uit. Maar ook de zijdalen bieden rustige fietstochten over hellingen die nog goed fietsbaar zijn. Je kan bijvoorbeeld richting de Tre Cime of richting Sand in Taufers fietsen. In de dorpjes stop je natuurlijk voor een heerlijke cappucino. Heb je niet je eigen fiets bij je, dan is dat geen probleem. In het dal kun je fietsen huren. Zoek je juist wel de zwaardere tochten op, dan kies je misschien wel voor de klim naar Kronplatz of kies je liever voor de mountainbike. In en rondom het dal zijn tochten te vinden voor beginners en gevorderden. Ook als fietser kun heel goed vanuit het Pustertal een lange-afstandstocht beginnen, bijvoorbeeld over de Drauradweg richting Oostenrijk en Slovenië of juist de Brenner over via de Eisack radweg.
De Dolomieten zijn UNESCO Werelderfgoed
De Dolomieten in zijn geheel zijn opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Het Pustertal valt daar dus ook onder. Kenmerkend zijn de kalkbergen met steile lichte rotswanden en daartussen groene gemoedelijke hellingen. Eén van de bekendste bergen van de Dolomieten zijn de Tre Cime. Drie tanden die omhoog steken. Deze liggen niet ver van het Pustertal vandaan. De Dolomieten zijn bekend onder klimmers, de steile wanden worden door klimmers geliefd om langs omhoog te klauteren. Er zijn ook veel verschillende klettersteigen. Wandelaars met een voorliefde van klettersteigen of via ferrata’s zoals ze in Italië heten, kunnen hier hun hart ophalen.
Een hele fijne cultuur
Zelf vind ik de combinatie van de Dolomieten, de Italiaanse cultuur en Duitstalige communicatie erg prettig. Op terrasjes eet je lekker een ijsje of drink je een espresso, maar je kunt de gesprekken om je heen wel volgen. In het dal is de bekendste plaats Brunico (of Bruneck in het Duits). Bruneck is een bruisend plaatsje dat je zeker niet moet overslaan. Je vindt er bijvoorbeeld een museum van Reinhold Messner. Hij is de bekende bergbeklimmer die ondanks al zijn tochten door bijvoorbeeld de Himalaya, de Dolomieten het meest bijzonder blijft vinden. Maar je kunt ook slenteren door de winkelstraatjes, een restaurant bezoeken of biologisch verantwoorde artikelen kopen in de Pur Sudtirol met lokale producten. In het Pustertal vindt je ook de Loacker koekjesfabriek, minder verantwoord, maar daarom niet minder leuk. In de fabriekswinkel koop je natuurlijk een voorraad tochtensnacks en cadeautjes voor thuis.
Het Pustertal in de winter
Wil je een keer in de winter de bergen in, dan is het Pustertal een heel fijne plek om te beginnen. Zoals gezegd zijn de hellingen niet zo hoog, je kun er dan ook goed langlaufen en winterwandelen en tussendoor een stadje bezoeken. Het is dus ook een leuke bestemming voor mensen die niet van skiën houden. Al kan dat bijvoorbeeld op de Kronplatz ook heel goed.
Ik ben een fan van het Pustertal. De Italiaanse heethoofdigheid en de Oostenrijkse relaxedheid gaan hier goed samen in een fantastische omgeving met gemoedelijke groene heuvels en steile rotswanden.