Skip to navigation Skip to main content

Bergen in de Ronde van Italië

4852 - Bergen in de Ronde van Italië

Inmiddels is de 96e editie van de Ronde van Italië alweer een week bezig. Na enkele etappes door het zuiden van Italië gereden te hebben, zet het peloton nu koers naar het bergachtige noorden. De klimmers kunnen dit jaar hun hart ophalen aangezien het parcours weer genoeg klimwerk voorschotelt. Zo staan onder andere de Stelvio, de Gavia, de Passo San Pellegrino en een Frans uitstapje naar de Col du Galibier op het menu.

Zwaarder, hoger, steiler, spectaculairder

De bergetappes in de Giro d’Italia lijken ieder jaar wel zwaarder te worden. Als je denkt dat het niet steiler en spectaculairder meer kan, weet de organisatie altijd weer een beklimming uit de hoge hoed te toveren waar zelfs de profs van terug deinzen. In de Tirreno Adriatico, een andere belangrijke wedstrijd in Italië, moesten er eerder dit jaar zelfs stijgingspercentages van 30% overwonnen worden. Verscheidene wielrenners moesten voet aan de grond zetten om noodgedwongen lopend hun weg te vervolgen. Hopelijk zien we deze taferelen komende weken niet en krijgen we een eerlijke, open wedstrijd tussen favorieten als Bradley Wiggins, Vincenzo Nibali en Robert Gesink.

Passo dello Stelvio

Met een lengte van 21,7 kilometer, een stijgingspercentage van 7% en talloze haarspeldbochten behoort de Passo dello Stelvio (Stilfserjoch) tot de zwaarste beklimmingen van Europa. Met een hoogte van 2758 meter vormt de Stelvio het dak van de Ronde van Italië. De renner die als eerste het hoogste punt van de wedstrijd bereikt sleept de Cima Coppi in de wacht, een speciale prijs vernoemd naar de legendarische Italiaanse wielrenner Fausto Coppi. Vorig jaar bekroonde de Belg Thomas de Gendt een solo met winst op de Stelviopas. Vast staat dat de 19e etappe voor vuurwerk gaat zorgen. Het beloven weer heroïsche beelden te worden wanneer de wielrenners tussen de sneeuw omhoog rijden.

Passo di Gavia

Een stukje minder hoog (2621 meter), maar niet minder berucht, is de Passo di Gavia. Het is een smalle, steile beklimming met prachtige uitzichten op het omringende berglandschap. De weg is vaak maar drie meter breed waardoor, met name tijdens de afdaling, voorzichtigheid is geboden. Ook kom je onderweg enkele tunnels tegen. Op de Gavia is in 1988 wielergeschiedenis geschreven toen Johan van der Velde bevangen door de kou als eerste de top van de besneeuwde berg wist te bereiken. Ook dit jaar moeten de renners rekening houden met koude temperaturen maar beelden als die uit ’88 krijgen we vast niet te zien.

Passo San Pellegrino

Met 1918 meter oogt de Passo San Pellegrino een stuk vriendelijker in dit kwartet. Vanaf Moena in het Val di Fassa begint de weg te stijgen. Mochten de renners hier oog en tijd voor hebben dan kunnen zij genieten van het uitzicht op het massief van de Latemar. De San Pellegrinopas is elf kilometer lang maar zal op zaterdag 25 mei niet beslissend zijn aangezien de renners hierna ook nog de gevreesde Passo Giau en Tre Crime di Lavaredo moeten beklimmen. In de winter wordt er in deze omgeving veel geskied aangezien de Passo San Pellegrino deel uitmaakt van het skigebied Tre Valli.

Col du Galibier

De Col du Galibier is een vaste waarde in de Tour de France maar ook de Ronde van Italië doet dit jaar deze Alpenreus aan. Via de Col du Télégraphe bereiken de renners het wintersportdorp Valloire vanwaar de 17 kilometer lange beklimming begint. Het gemiddelde stijgingspercentage is met 6,9% niet extreem hoog maar het venijn zit hem in de staart. De weg blijft maar steiler worden om tijdens de laatste kilometers niet meer onder de 10% te duiken. Een lichtgewicht renner die ver in de finale voor een aanval kiest, zal met de winst aan de haal gaan. Hopelijk is Neerlands trots Robert Gesink in vorm en houdt hij de hoop op een Nederlandse eindoverwinning levend.

Zomer Thijs

Over Thijs

Thijs verkent de bergen in de zomer het liefst op de racefiets. De schoonheid van het landschap en de strijd aangaan met de berg zijn aspecten waarvoor hij graag afreist naar de Alpen. Naast het beklimmen van bekende Alpenreuzen als Alpe d’Huez, Col du Galibier en Mont Ventoux fietst hij ook graag in de heuvels van Zuid-Limburg.