De laatste bestemming van onze Zwitserland Zomer Toer is Val d’Hérens in Wallis. Het is een dal wat wellicht wat onbekender is bij het grotere publiek, maar vaak zijn dit de pareltjes. Het ligt ‘om de hoek’ bij grote namen als Saas-Fee en Zermatt, maar doet qua berglandschap zeker niet onder aan deze plaatsen. De dorpjes zijn klein, authentiek en zeer sfeervol. Overal in het dal zie je de donkergekleurde Walliser huizen. We zijn een beetje verliefd op het dal zodra we er binnen rijden.
Rustig zijdal van het Rhônedal
Val d’Hérens is een zijdal van het Rhônedal aan de voet van de Dent Blanche (4357 meter). Ter hoogte van Sion rijd je via een mooie bergweg het dal in en direct valt de rust en puurheid van dit dal op. Zeker in tegenstelling tot het vol bebouwde Rhônedal, is Val d’Hérens een oase van rust. In de dorpjes zijn de huizen oud en kabbelt het leven rustig voort. Van het woord stress hebben ze hier volgens mij nog nooit gehoord. Wij rijden meteen het hele dal door naar het letterlijke hoogtepunt van het dal: La Grande Dixence.
La Grand Dixence: de grootse stuwmuur ter wereld
Via een smalle bergweg met veelhaarspeldbochten bereiken we de parkeerplaats onderaan de enorme Grande Dixance. Deze stuwdam is 285 meter hoog, 695 meter land en 200 meter ‘dik’. Wat een bouwwerk! We wandelen richting het dalstation van de gondellift die ons naar de dam en het stuwmeer brengt. Voor CHF 10,- kun je hier omhoog, maar wandelen kan natuurlijk ook. Het oude liftje heeft wel charme en de meeste mensen kiezen voor deze manier om omhoog te gaan. Wij bekijken de dam eerst van buiten en gaan later vandaag ook de muur van binnen bekijken. Maar eerst is het tijd voor actie!
Zipline van 700 meter lengte
Direct naast de stuwdam Grande Dixance hangt één van de langste ziplinen van de Alpen. Het ziet er van een afstand al spectaculair uit; deze gaan we zeker proberen. De uitrusting krijg je direct bij het bergstation en vervolgens loop je naar de andere kant van de dam. Daar aangekomen volgt een korte uitleg en vervolgens is het tijd om heerlijk lang naar beneden te tokkelen. Heb je hoogtevrees, dan is dit waarschijnlijk niet jouw activiteit, maar wij genieten van het uitzicht; aan de ene kant het prachtige dal en aan de andere kant het stuwmeer. Dat het toch stiekem behoorlijk hard gaat, merk ik bij aankomst. Ik moet vol in de ankers in de houtsnippers.
Rondleiding in de stuwdam
Vanaf de dam is een uitgebreid wandelnetwerk uitgezet. Je kunt vanaf hier zelfs helemaal naar Italië lopen. Wij kiezen voor een korte wandeling langs het meer, omdat we ook graag nog deel willen nemen aan de rondleiding in de stuwdam. Vier keer per dag heb je hier de mogelijkheid om het enorme bouwwerk van binnen te bekijken. Na een korte klim gaat de deur open en staan we ineens in een koude (6 graden!) gang van de dam. In totaal liggen hier 32 km aan gangen, waarvan wij er 1 km gaan verkennen. Onderweg krijg je allerlei informatie over het doel van de dam (energie opwekken), de bouw en ook de veiligheidsmaatregelen die getroffen worden om het water en de dam onder controle te houden. Super interessant!
Evolène: een van de mooiste dorpjes van Zwitserland
We slapen in Evolène, dat ooit bekroond is tot mooiste dorpje van Zwitserland. Dit is een bergdorpje zoals je ze 100 jaar geleden voorstelde: oude donker houten huizen, gekleurde bloemen en schuren op palen. De tijd lijkt hier serieus te hebben stilgestaan. We krijgen een rondleiding door het dorp en bezoeken een van de oudste huizen van het plaatsje dat stamt uit 1730. Er wordt ons uitgelegd dat een hele familie op een verdieping woonde en zodra de kinderen uit huis gingen, werd het dak van het huis gehaald, kwam er een verdieping bij. Dak er weer op, en klaar. Ze werden de huizen dus steeds hoger. En het leuke is, Evolene lijkt misschien een openluchtmuseum, maar voor de inwoners is het gewoon hun omgeving. Zoals het al eeuwenlang is.
Raclettekaas uit Evolene
We krijgen de tip om ’s avonds bij restaurant Au Vieux Mazon raclette te eten die gemaakt wordt met de plaatselijk kaas. Het schijnt dat ze in Val d’Hérens hele bijzondere koeien hebben en de kaas zou al net zo speciaal zijn. De gastvrouw staat in klederdracht voor een groot vuur waar ze tegelijkertijd vlees grilt en de kaas voor de raclette smelt. Ook dit lijkt misschien bijna een ‘show’ voor toeristen, maar zo koken ze in dit restaurant al generaties lang. Aan de wand hangen foto’s die dat bewijzen. En de raclette zelf? Het is de lekkerste die ik ooit gegeten heb. Niet alleen de kaas is erg smakelijk, het smelten voor het vuur zorgt voor een heerlijk krakend korstje.
Alpage d’Eison: het boerenleven op de alm
De volgende ochtend staan we heel vroeg op om naar een alm boven St. Martin te gaan. Hier wordt dagelijks verse kaas gemaakt van de melk van de koeien die op de alm leven. Bij aankomst zien we een groepje donker houten huizen staan, waar al van alles gebeurt. Honden rennen rond, kinderen spelen en koeien en geiten worden van stal gehaald en de alm op gebracht. Het is een heerlijk gezicht hoe deze mensen hier op de alm leven. Ze staan vroeg op, werken hard, maar lijken geen enkele stress te hebben. En die kinderen, wat hebben die hier een heerlijk leven. Geen tablets, telefoons of televisie, maar gewoon de dieren en de natuur. We nemen een kijkje in de kaasmakerij waar papa elke dag twee soorten kaas maakt. Stiekem ben ik een beetje jaloers op het heerlijke pure en ogenschijnlijk eenvoudige leven dat deze (nog erg jonge) mensen en hun kinderen leiden.
Na een heerlijke Walliser Platte met kaas en vleeswaren, is het voor ons helaas tijd om dit paradijsje op de berg te verlaten. We moeten we naar huis. Dag Val d’Hérens, dag puur leven!