Als je gaat bergwandelen in de Duitstalige gebieden, is het handig als je over basiskennis van de Duitse taal beschikt. Zo kun je je onderweg verstaanbaar maken en sta je niet raar te kijken wanneer je wordt begroet. Daarnaast zijn er specifieke wandelgerelateerde termen die je net even moet weten. Als fanatieke bergwandelaar wil je natuurlijk wel ‘de taal van de bergen’ spreken. In dit weblog 9 Duitse woorden die wandelaars moeten kennen.
1. Trittsicherheit
Trittsicherheit zou je in het Nederlands vertalen als ‘stapzekerheid’. Hiermee wordt bedoelt dat je je op ruig, bergachtig terrein veilig kunt bewegen. Hiervoor is een goede coördinatie (en balans), uithoudingsvermogen en kennis van het terrein vereist. Trittsicherheit wordt opgebouwd nadat je meer ervaring opdoet op lastige wandelpaden.
2. Gipfelglück
Gipfelglück is het gelukzalige gevoel wanneer je na een lange bergwandeling de top van een berg bereikt. Zoals iedere bergwandelaar weet is dit gevoel met niets anders te vergelijken. Je bent de inspanning van net alweer vergeten wanneer je samen met je wandelgezelschap geniet van het moment en het uitzicht. Kortom, puur Gipfelglück! En vergeet ook niet om iets in het Gipfelbuch te schrijven.
3. Brotzeit
In Zuid-Duitsland is het halverwege de middag tijd voor Brotzeit. Hiermee wordt een tussendoortje bedoelt dat kan bestaan uit verschillende soorten brood, kaas, vlees, rauwkost en pretzels. Natuurlijk hoort hier ook een Beiers biertje bij!
4. Jause
Brotzeit staat in Oostenrijk bekend als Jause. Het avondeten is nog lang niet in zicht dus het is tijd voor een tussendoortje of snack: een Jause! Jausen kan ook als werkwoord gebruikt worden. Wanneer je ’s middags gezellig met elkaar samenkomt na afloop van de wandeling ben je aan het Jausen. Een Jause kan bijvoorbeeld een plank met vlees, kaas en rauwkost zijn (Brettljause).
5. Einkehren
Tijdens een wandeling kun je zelf je lunch en/of tussendoortjes meenemen, maar gezellig ergens Einkehren is ook een goede idee. Einkehren betekent naar een berghut toegaan om hier te genieten van een hapje en een drankje. Vraag bij locals daarom vooral naar goede Einkehrtipps in de omgeving.
6. Fernweh
Zodra we na terugkomst uit de bergen enige tijd thuis zijn krijgen we last van Fernweh. Het liefst zouden we direct onze spullen pakken om naar de Alpen te vertrekken. Fernweh is het tegenovergestelde van heimwee.
7. Klettersteig
Een Klettersteig heeft niets te maken met iets dat klettert, veel lawaai maakt of op de grond valt. Althans, dat is niet de bedoeling bij een Klettersteig. Een Klettersteig is een klimroute met touwbruggen, ijzeren beugels en staalkabels door onherbergzaam terrein. Een geweldige ervaring, waar je een Klettersteigset bij nodig hebt. Er zijn Klettersteigen van verschillende niveaus, maar heb je geen ervaring, ga dan met een gids op pad.
8. Schwindelfreiheit
Voor een uitdagende wandelroute in de bergen dien je niet alleen te beschikken over Trittsicherheit, maar ook over Schwindelfreiheit. Schwindelfreiheit houdt in dat je geen last van hoogtevrees hebt en stevig in je schoenen staat wanneer je je op hoogte bevindt. Een wandeling waar Schwindelfreiheit voor is vereist zal langs afgronden en over smalle paadjes gaan.
9. Berg Heil
Wanneer je #2. beleeft hoor daar ook de uitspraak ‘Berg Heil!’ bij. Dit is een soort van gelukswens die Duitstalige wandelaars op de berg naar elkaar uitspreken.