Waalwegen? Dat zijn wandelpaden langs oude irrigatiekanalen in Zuid-Tirol. De meeste waalwegen liggen in de vakantieregio’s Val Venosta/Vinschgau en Merano/Meran en bieden het hele jaar geweldige wandelmogelijkheden voor jong en oud. De waalwegen lopen door wijngaarden, fruitgaarden en kastanjebossen. In dit weblog hebben we de 5 mooiste waalwegen in Zuid-Tirol voor je op een rijtje gezet.
Wie in Meran overnacht, vindt een van de allermooiste waalwegen direct voor de deur. De Algunder Waalweg start in Meran en voert boven de stad, door de wijngaarden, naar Algund/Lagundo. Om preciezer te zijn, het startpunt van de 2-uur durende wandeling ligt in Gratsch, een stadsdeel van Meran op 10 minuten afstand van het centrum. Onderweg zijn er prachtige uitzichtpunten vanwaar je je blik over de vallei van de Adige kunt laten dwalen. Onderweg waan je je af en toe in Toscane, door de aanwezigheid van cipressen en olijfbomen. Wie een omweg maakt, kan een bezoek brengen aan Slot Thurnstein.
Bijzonder fijn aan waalwegen is dat deze routes niet al te uitdagend zijn, aangezien water niet omhoog kan stromen. Het gaat vrijwel uitsluiten bergafwaarts, waardoor je ontspannen kun wandelen. Dit geldt zeker voor de oeroude Zaalwaal in Vinschgau. Het startpunt van de wandeling, die ongeveer een uur duurt maar naar wens kan worden verlengd, is Kortsch. Je wandelt op een vlak pad, met altijd het kabbelende water aan je zijde. Vanaf een hoogte van ongeveer 1000 meter heb je een geweldig uitzicht op de bergen die tot een hoogte van 3000 meter reiken. Onder andere op de Laaser Spitze en de hoogste marmergroeve van Europa. Wie de wandeling wil uitbreiden, kan de 4,5 km lange Ilswaal aan de Zaalwaal toevoegen.
De irrigatiekanalen worden gevoed vanuit een gemeenschappelijke bron, wat vroeger voor strijd zorgde tussen de verschillende boeren. Tegenwoordig zijn ze iedere wandelpas waard. Vanwege de prachtige natuur en vanwege de historische betekenis. Het einde van de Berg- en Leitenwaalweg ligt in Ganglegg, waar nog overblijfselen uit de bronstijd en de Romeinse tijd zijn te vinden. Tot een hoogte van 1100 meter volg je de Waalweg, die begint in Schluderns. Voor de 7,3 km lange Bergwaal en Leitenwaal dien je zo'n 2 uur uit te trekken (340 hoogtemeters). Onderweg zijn er geen plekken om aan te schuiven op een terras, dus neem voldoende eten en drinken mee.
Wie het Juval kasteel van Reinhold Messner wil bezoeken, start de wandeling van de Tscharserwaal en Schnalswaal het beste in Kastelbell in Trentino. Vanuit Kastelbell leidt de 7,2 km lange wandeling naar het interessante Mountain Museum. Met 300 hoogtemeters is deze waalweg ook wat pittiger, maar boven wacht de beloning in de vorm van Restaurant Schlosswirt. Wie onderweg toe is aan een pauze, kan stoppen bij Buschenschank Sonnenhof. Deze waalweg dateert uit de 16e eeuw en het heeft 12 jaar gekost om deze aan te leggen. Nog altijd bevindt zich hier één van de allerlaatste Waalhutten van Vinschgau, waar twee keer per dag de waterloop wordt gecontroleerd.
De meeste waalwegen halen hun water uit gletsjers, maar bij de Latschanderwaal is dit anders. De Latschanderwaal wordt gevoed vanuit de Adige en stroomt door de wijngaarden die zijn aangelegd op steile terrassen. In 1873 werd het irrigatiekanaal uitgehouwen in de berg, waarmee het de laatste van dit type was. Het startpunt van deze 2-uur durende wandeling is Latsch. Hoewel je maar 120 hoogtemeters overbrugt, heb je constant een geweldig uitzicht op de wijngaarden en het dal. Aan het einde van de route kom je langs het restaurant en de wijn-/fruitgaard van Sieglinde en Georg. Hier moet je hoe dan ook de Kaiserschmarrn en Krapfen proeven!
Thijs verkent de bergen in de zomer het liefst op de racefiets. De schoonheid van het landschap en de strijd aangaan met de berg zijn aspecten waarvoor hij graag afreist naar de Alpen. Naast het beklimmen van bekende Alpenreuzen als Alpe d’Huez, Col du Galibier en Mont Ventoux fietst hij ook graag in de heuvels van Zuid-Limburg.
