Wie te voet de Alpen wil oversteken, heeft de keuze uit diverse routes. Je kunt ervoor kiezen om van München naar Venetië te wandelen, van Oberstdorf naar Meran of van Tegernsee naar Sterzing. De routes variëren stuk voor stuk in lengte, hoogtemeters, moeilijkheidsgraad, aantal etappes en drukte. Vraag je ook goed af of je het oversteken van de Alpen alleen of met een groep onder begeleiding wilt aanpakken. In dit weblog geven we je 5 routes om te voet de Alpen over te steken.
De klassieker onder de Alpenroutes is die van de Beierse hoofdstad München naar Venetië aan de Adriatische kust. Op de Marienplatz in München ligt het startpunt van deze route, die ongeveer 550 km lang is. Eerst wandel je door de uitlopers van de Alpen, vervolgens door het kale Karwendelgebergte en de Tuxer Alpen, waarna je de Alpenhoofdkam oversteekt. Na door de Dolomieten te hebben gewandeld, daal je af naar de Italiaanse laaglanden met het San Marcoplein in Venetië als eindbestemming. De Alpenroute van München naar Venetië is zeer afwisselend, zowel qua landschap als moeilijkheidsgraad. Naast smalle bergpaadjes zijn er ook enkele via ferrata's (alternatieve routes aanwezig) die overwonnen moeten worden. Een goede fysieke conditie en 'trittsicherheit' zijn een absolute vereiste, net als ervaring met wandelen met bepakking in de bergen.
Een van de kortste, maar meest geliefde, routes om de Alpen te voet over te steken begint in Oberstdorf en eindigt in Meran in Zuid-Tirol. De route is onderdeel van de Europese lange-afstandswandelroute E5 en voert je over de Allgäuer, Lechtaler en Ötztaler Alpen, net als door het Italiaanse Schnalstal. Door de diversiteit van het landschap, de goede markering en de grote keuze aan berghutten is de route ook populair bij wandelaars die voor het eerst de Alpen durven over te steken. Uiteraard is een goede lichamelijke conditie en 'trittsicherheit' vereist, maar specifieke ervaring in het hooggebergte is niet nodig. Er zijn ook verschillende manieren om de route een stuk in te korten (openbaar vervoer).
Als je bij het oversteken van de Alpen geen comfort, plezier en cultuur wilt missen, kun je voor de route van Tegernsee, via Achensee en het Zillertal, naar Sterzing in Zuid-Tirol kiezen. Op deze eenvoudige route liggen geen obstakels in de vorm van hooggebergte. In plaats daarvan wachten er relatief korte etappes, een beperkt aantal hoogtemeters en makkelijke paden die goed te doen zijn voor de gemiddelde wandelaar. Vergis je echter niet, je hebt hier toch een goede basisconditie voor nodig! De vele vervoersmogelijkheden en comfortabele hotels en pensions in de dorpen maken het oversteken van de Alpen een stuk aangenamer. In totaal doorkruis je drie landen en vier regio's. Bij elke verandering van landschap ervaar je een unieke cultuur en overheerlijke keuken.
Minder bekend, maar zeker niet minder mooi is route L1 van Garmisch-Partenkirchen, via de Zugspitze naar het Italiaanse Brescia. Hans Losse heeft deze route in 1989 uitgewerkt, waarbij er onderweg vrijwel geen gebruik gemaakt kan worden van het openbaar vervoer. De route ligt ver verwijderd van toeristische infrastructuur en loopt door de ongerepte, rustige natuur. Zowel fysiek als technisch wordt er veel van de wandelaar gevraagd. Het pad leidt je regelmatig door hoogalpine gebieden boven de 3000 meter. Je steekt gletsjers en sneeuwvelden over, maar er hoeft niet geklommen te worden.
De Alpe-Adria-Trail is een grensoverschrijdende, gemarkeerde route tussen Oostenrijk, Slovenië en Italië, met een lengte van ongeveer 750 km. De route begint bij de hoogste berg van Oostenrijk, de Großglockner, en slingert zich een weg langs de turkooisblauwe meren van Karinthië, door de prachtige bergen van Slovenië en het gigantische rotslandschap van de Julische Alpen naar het kleine vissersdorpje Muggia aan de Adriatische kust. Volharding is vereist op deze lange route. De etappes zijn niet al te lastig en onderweg geniet je van culturele en culinaire hoogtepunten. Deze lange-afstandswandelroute kan ook in delen worden afgelegd, met gids en bagagevervoer.
Thijs verkent de bergen in de zomer het liefst op de racefiets. De schoonheid van het landschap en de strijd aangaan met de berg zijn aspecten waarvoor hij graag afreist naar de Alpen. Naast het beklimmen van bekende Alpenreuzen als Alpe d’Huez, Col du Galibier en Mont Ventoux fietst hij ook graag in de heuvels van Zuid-Limburg.
