Wandelen in de bergen, het is één van m'n favoriete activiteiten in de zomer. Een bergvakantie kan wat mij betreft ook niet lang genoeg duren! Tijdens het wandelen genieten van de rust, natuur, frisse berglucht en natuurlijk de mooiste uitzichten, dat is toch heerlijk? Na een paar uur klimmen zie je eindelijk het kruis op de top en is het tijd voor een welverdiende pauze. Daarna is het tijd om aan de terugweg te beginnen en weer een paar uur naar beneden te lopen. En eerlijk is eerlijk, dat vind ik stiekem toch wat minder leuk. Of nou ja, eigenlijk vinden m'n knieën dat minder leuk... Ik loop liever omhoog dan naar beneden, en jij?
Omhoog lopen is minder belastend voor je knieën
Ondanks dat je rugzak op de heenweg zwaarder is en dat omhoog lopen meer energie kost, is omhoog lopen minder belastend voor je knieën. Mits je natuurlijk de juiste wandeltechniek gebruikt. Tijdens het omhoog lopen neem je kleinere stappen en kijk je beter waar je je voeten neer zet, waardoor je je knieën ontziet. Daarnaast zet je eerst je voet neer, voordat je je gewicht erop zet. Dit is tijdens het naar beneden lopen wel anders. Vaak zetten we meteen ons volle gewicht op onze voeten wanneer we een stap zetten. De klap wordt deels opgevangen door je knieën, maar na een paar uur gaan je knieën toch een beetje zeuren.
Knieproblemen? Lees hier onze wandeltips >
Tijdens het afdalen ben je vermoeid
Vol energie begin je 's ochtends aan je wandeling met als einddoel die mooie berghut of een top met een prachtig uitzicht. Onderweg denk je na over van alles en nog wat en geniet je van de omgeving. Na een paar uur is het eind in zicht en kom je moe maar voldaan boven. Even een broodje eten en wat drinken en dan is het tijd om weer terug te gaan. De energie van die ochtend is inmiddels wel op en ook na de lunch ben je nog steeds een beetje vermoeid. Dit maakt het naar beneden lopen ook zwaarder dan de heenweg. De energie en motivatie om je doel te bereiken is weg en de terugweg is een 'moetje' geworden...
Naar beneden lopen kost minder energie
Toch zitten er ook voordelen aan het naar beneden lopen. Dit kost namelijk minder energie dan omhoog lopen. Behalve dan dat je rugzak op de terugweg lichter is, omdat er (meestal) minder water en eten in zit, krijg je ook nog hulp van de zwaartekracht. Tijdens het omhoog lopen, werk je tegen de zwaartekracht in. Dat kost je dus meer energie. Naar beneden gaat altijd meer 'vanzelf' omdat de zwaartekracht meewerkt. En dit is maar goed ook, omdat je op de terugweg vaak al vermoeid bent.
Tips voor afdalen
Of we het nu willen of niet afdalen hoort erbij tijdens het wandelen in de bergen. Daarom zetten we hieronder nog een paar tips voor je op een rijtje. Hiermee maak je het afdalen hopelijk iets minder zwaar en kom je weer veilig beneden.
- Strik je veters van je wandelschoenen nog even goed voor je aan de daling begint. Zo voorkom je dat je gaat schuiven in je schoenen en zere tenen krijgt.
- Houd de rust in je wandeling. Je hoeft niet binnen een half uur beneden te zijn, dus loop ook rustig weer naar beneden. Zo kun je ook nog een beetje genieten van de terugweg.
- Gebruik wandelstokken. Deze kunnen de belasting van je spieren, knieën en rug verminderen tijdens het naar beneden lopen.
- Maak gebruik van een lift, indien mogelijk. wanneer je merkt dat je echt vermoeid bent geraakt. Houd er wel rekening mee dat dit niet overal kan, dus ken je eigen grenzen!
- Belast je hele voet. Tijdens het afdalen kun je wel eens de neiging hebben om eerst het gewicht op je hiel te zetten en daarna af te rollen naar de rest van je voet, zoals je doet met normaal lopen. Doe je dit als je naar beneden loopt, dan loop je het risico om uit te glijden. Zet daarom je hele voet neer in plaats van alleen je hiel.