Je hoort wandelaars bijna nooit klagen over het weer, en niemand moppert als de wandeling toch iets langer duurt dan gedacht. Echte wandelaars zouden er niet aan denken om de bus te nemen in plaats van zelf te lopen, want dat rechtvaardigt immers het lekkere toetje aan het eind van de tour. En Kaiserschmarrn worden eigenlijk ook nooit afgeslagen, omdat er ineens op de lijn moet worden gelet. Hierbij 10 dingen die echte wandelaars nooit zeggen.
1. 'Hoezo geen zon? Dan blijf ik wel thuis!'
Slecht weer bestaat niet, slechte kleding wel. Wandelaars hebben zich deze zin met hart en ziel eigen gemaakt, want echte gepassioneerde bergliefhebbers laten zich niet tegenhouden door regen of hagel en dragen altijd de juiste kleding. Maar veiligheid komt op de eerste plaats, met storm of onweer blijven we niet op een bergtop staan. Met de juiste kleding, ga je gewoon altijd lekker de bergen in!
2. 'Nee hoor, geen toetje voor mij!'
Een van de beste dingen aan bergwandelen is dat je zoveel calorieën verbrandt, dat je deze 's middags kunt aanvullen met Apfelstrudel of Kaiserschmarrn. Smullen hoort immers bij een wandelvakantie en de frisse berglucht maakt hongerig. En wetende dat de kleine zonden later niet op de weegschaal te zien zijn, smaakt het dubbel zo goed.
3. 'Nah, ik krijg een bloedneus op grote hoogtes!'
Geen enkele wandelaar zou het in zijn hoofd halen om genoegen te nemen met slechts 200 hoogtemeters, terwijl er de mogelijkheid is om nog hoger te gaan. Veel wandelaars zoeken immers de fysieke uitdaging van steeds grotere hoogten. Een korte wandeling in het dal is niet genoeg. Voor veel mensen geldt, hoe hoger hoe beter!
4. 'De rugzak is zo zwaar. Ik laat de wandeljas hier!'
Wie ooit heeft meegemaakt hoe snel het weer in de bergen kan omslaan van zonneschijn en een aangename 25 graden tot een hagelbui met lage temperaturen, wil voortaan op alles voorbereid zijn. Geen enkele ervaren wandelaar zou er dus aan denken om de wandeljas in de accommodatie achter te laten om de wandelrugzak lichter te maken.
5. 'Geweldig, er rijdt hier ook een bus!'
Zelfs als er een bus in het dal is, geven veel wandelaars de voorkeur aan lopen. Bovendien zitten de bussen in het hoogseizoen in de wandelgebieden nog wel eens erg vol, wat niet bepaald aangenaam is bij hoge temperaturen. ’s Ochtends zijn we natuurlijk enorm gemotiveerd en willen we op eigen kracht elke meter afleggen. De situatie is anders wanneer we 's middags terug in het dal aankomen, dan kan zo’n bus toch een heel aantrekkelijk idee zijn.
6. 'Ja, die schoenen zijn nog nieuw, ik loop ze net in!'
Bijna geen enkele wandelaar durft het aan om met pas gekochte wandelschoenen aan de voeten een bergtocht van enkele uren te beginnen. Dus lopen we thuis onze nieuwe wandelschoenen vast in, om te voorkomen dat we pijnlijke voeten krijgen tijdens de vakantie.
7. 'Spierijn? Nou, ik voel niets hoor!'
Misschien niet na de eerste tocht, maar zeker halverwege een wandelvakantie beginnen we onze benen echt wel te voelen. Dit merk je vooral 's morgens wanneer je uit bed stapt: de kuiten lijken ineens in steen te zijn veranderd. De tip is om pijnlijke spieren voor het slapengaan even in te smeren.
8. 'Het is hier veel te rustig. Ik zet even een muziekje aan op m’n telefoon!'
Veel wandelaars trekken er bewust op uit in de natuur, om de stress en het lawaai van de steden te ontvluchten en te genieten van de rust en de stilte van de bergen. Wie dus - in het ergste geval een draagbare box - meeneemt de berg op, zal waarschijnlijk geen vrienden maken.
9. 'Vandaag is de eerste wandeldag. Zullen we meteen naar de top van die drieduizender gaan?'
Ervaren wandelaars weten dat het verstandig is om het de eerste dagen van een wandelvakantie iets rustiger aan te doen en te wennen aan de hoogte. Een flinke tocht waarbij je met stijgijzers een drieduizender gaat beklimmen, is dus geen aanrader op dag één. Het is beter om een dag langer te wachten. De bergen gaan tenslotte nergens heen.
10. 'Geen warme douche? Ik blijf hier niet overnachten!'
Vooral in berghutten is het comfort van de overnachtende gasten niet echt de hoofdzaak. Op sommige logeerplekken hoog in de bergen is zelfs niet eens warm stromend water aanwezig. Geen punt voor de hard core wandelaar!
Wat wandelaars wél zeggen
Maar er zijn ook veel dingen die je juist wel veel hoort bij actieve wandelaars. “Hoezo een berglift? Ik ga liever lopen!” of 'Ik vind het niet erg om midden in de nacht op te staan, straks genieten we van de prachtige zonsopgang op de top'. Het zijn zinnen waarmee we laten zien hoe enthousiast we zijn over bergen beklimmen en de natuur. Geen inspanning is te groot en zelfs kleine ongemakken worden aanvaard. 'Die blaar? Ach die voel ik bijna niet!'