De Grand Tour of Switzerland brengt ons in Ticino. Dat ze in dit deel van Zwitserland Italiaans spraken was me bekend. Maar dat de Italiaanse invloeden veel verder gaan dan alleen de taal ontdekken we al snel. De huizen, het eten en zelfs de mensen; overal lijkt een Italiaans ‘sausje’ overheen gegoten, zonder dat je vergeet dat je in Zwitserland bent. We bezoeken het Lago Maggiore, Valle Maggia en Bellinzona, dit zijn enkele highlights van de Grand Tour of Switzerland die je niet mag missen. Ticino combineert het beste van Zwitserland én Italië.
Passo San Bernardino
We bereiken Ticino via de prachtige Passo San Bernadino, dit klinkt al behoorlijk Italiaans. De weg is geweldig, maar niet geschikt voor iemand die voor het eerst in de bergen rijdt. Het asfalt is niet al te breed, de weg behoorlijk steil en je begint de klim met een indrukwekkend aantal haarspeldbochten. Voor degenen die liever niet over de pas rijden is er de San Bernardinotunnel, deze is een stuk sneller, maar minder avontuurlijk. Uiteindelijk leiden beide wegen naar Bellinzona en van daaruit door richting Lago Maggiore.
Slapen op een hippieberg
Als we vlakbij Lago Maggiore de snelweg verlaten hebben we helemaal het gevoel dat we in Italië zijn; de borden langs de weg, de huizen en zelfs de rijstijl van de Zwitsers hier, het heeft allemaal die typische Italiaanse uitstraling. We logeren in Ascona in Hotel Monte Verità. Een hotel met een bijzondere ligging bovenop een berg met uitzicht op het meer én een bijzondere geschiedenis. Als ik de verhalen moet geloven was het ooit een soort ‘hippieplek’ (ver voordat de hippies überhaupt bestonden) en veel mensen zien deze plek nog steeds als een inspirerende omgeving.
Ticino is goedkoper
We eten ’s avonds in ‘Osteria Borghese’ in het centrum van Locarno. Het valt me direct op dat de prijzen in dit deel van Zwitserland een stuk lager liggen dan elders. Voor CHF 29,- eet je hier een heerlijk 3-gangenmenu. En een leuk weetje: in Ticino is het in de wet vastgelegd dat een restaurant verplicht is je gratis kraanwater aan te bieden. Heel goed, want persoonlijk vind ik het altijd erg irritant als je in een berggebied met heerlijk kraanwater verblijft, en je moet een fles water kopen bij je lunch of diner. Ook accommodaties, winkels en benzine zijn vriendelijker geprijsd in Ticino dan elders in Zwitserland.
Paddenstoelen plukken en eten
De volgende ochtend is er weinig uitzicht vanaf ‘onze berg’. Dikke regenwolken hangen boven het meer. Het water komt, net als in Graubünden, met bakken uit de lucht. Erg uitzonderlijk voor dit mediteraans stukje Zwitserland, maar het is niet anders. We gaan vandaag op pad met berggids Flavio in Valle Maggia. Een ongerepte vallei en prachtig berggebied. We maken een wandeling in de bergen en plukken onze eigen paddenstoelen, die we vervolgens bereiden in een berghut; een geweldige ervaring! Lees het hele verhaal over deze dagtocht in Valle Maggia > ’s Avonds varen we – nog steeds in de regen – naar Isole di Brissago, een eiland middenin het Lago Maggiore. Klik hier voor het artikel over ons bezoek aan Isole di Brissago, waar we bovendien ook heerlijk gedineerd hebben >
De volgende dag is het weer tijd om onze Grand Tour of Switzerland voort te zetten. Wij rijden langs Bellinzona en brengen een bezoek aan deze bijzondere stad met haar 3 kastelen die op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staan. We bezoeken het Castel Grande en laten ons informeren over de geschiedenis van deze stad, die voor een groot deel werd bepaald door haar strategische ligging. De oude binnenstad is erg gezellig en heeft leuke winkels en terrasjes. Toch hebben we niet al te veel tijd. We moeten vandaag nog 2 bergpassen over; de Gotthardpas en de Furkapas.
Bovenop de Gotthardpas – die overigens prachtig is, maar niet heel moeilijk - bezoeken we Sasso San Gottardo, een heel bijzonder museum. Een berg herbergt een kilometers lang gangenstelsel en een legerbasis van het Zwitserse leger. Tot 1998 was de basis in gebruik en ‘Top Secret’ was tot 2001. Het feit dat Zwitsers inderdaad - zoals vele verhalen altijd de ronde deden - letterlijk vanuit de bergen hun land verdedigen en je dit hier met eigen ogen kunt zien, maakt diepe indruk. Dus ben je een keer in de buurt en houd je eigenlijk – net als ik – niet zo van musea en legers; ga er toch naar binnen. Ik had hier met gemak de hele dag kunnen blijven!