We zijn vannacht om 01.00 uur in de auto gestapt om naar de berghut te rijden. De laatste 5 kilometer hobbelden we over een onverharde weg waarna we de auto parkeerden op ruim 1500 meter hoogte. Het is aardedonker … wat doen we hier op dit uur?
Wat is er eigenlijk veel te zien ‘s nachts
Na het aantrekken van de bergschoenen en warme kleding controleert Rob nog even onze uitrusting. Wie geen wandelstok heeft krijgt er één uitgereikt en stelt hem af op de juiste lengte. De auto gaat op slot en we lopen naar de rand van het weggetje. Onder ons zien we de lichtjes van het laagland, terwijl boven onze hoofden de melkweg in al haar grootsheid te bewonderen is. Wat is er eigenlijk veel te zien ’s nachts. We bespreken nog even de route en het karakter van de tocht en dan zijn we op weg.
Even op adem komen
We verlaten de onverharde weg en lopen een klein smal paadje op. Het tempo wordt bewust laag gehouden en we tillen onze voeten hoog op vanwege de ongelijke ondergrond en de stenen op het pad. De eerste hoogtemeters zijn het zwaarst van de hele tocht en er wordt regelmatig even gepauzeerd om op adem te komen. Op deze manier is het goed te doen en zo’n uur na ons vertrek staan we op de smalle bergkam waarover we verder trekken naar het einddoel.
Hier moet je niet naar beneden vallen
De helling rechts van ons gaat bijna loodrecht naar beneden en in het donker is niet te zien waar ‘ie eindigt. Misschien is dat maar goed ook, want het smalle dal onder ons ligt vanaf hier zo’n 900 meter lager. Je moet er niet aan denken dat je hier valt. Snel lopen we door en gelukkig wordt de graat wat breder. Steil is het niet meer en in een heerlijk wandeltempo en al kletsend gaan we verder.
De dageraad begint
Na verloop van tijd houden we halt om een kleinigheid te eten en wat te drinken. Aangezien we in westelijke richting lopen, is het voor ons nog steeds donker, maar achterom kijkend worden we aangenaam verrast. Aan de horizon kleurt de hemel oranje, paars en donkerblauw. Wat een prachtig plaatje is dat en het is duidelijk dat de dageraad begonnen is. Langzaam geeft de omgeving haar geheimen prijs en hoge bergtoppen en diepe dalen vormen het decor. De laatste sterren vervagen aan de hemel en we naderen een rotswand waar we met handen en voeten overheen moeten klauteren. Gelukkig hangt er een stalen ketting, zodat deze ‘mini via ferrata’ snel overwonnen is.
En daar is ie dan eindelijk: de zon!
Pfff … we zijn al 2,5 uur in touw en dat merk je tijdens zo’n nachtje zonder slaap. Het is echter niet ver meer, de top is in zicht en dan…staan we boven! Het is nu bijna helemaal licht en het Nationaal Park Monti Sibillini toont al haar schoonheid. We bevinden ons op bijna 2200 meter hoogte op de top van de Monte Sibilla en kijken richting het oosten op de Adriatische Zee en dan is het moment daar. Een vuurrode schijf komt als ware vanuit het water te voorschijn en werpt haar stralen over het land. Het gaat razendsnel, de camera’s klikken en je voelt de warmte al op je gezicht. Wat een glorieus moment is dit!
De moeite waard
We genieten een half uur lang van het spektakel voordat we terugkeren naar ons beginpunt. Aan de voet van de berg is een ontbijt geregeld en vol van indrukken laten we het ons goed smaken. Als we daarna terug rijden naar de camping slaat de vermoeidheid toe; maar het was het allemaal waard!
Rob de Weerd organiseert meerdere keren tijdens het seizoen een nachtbeklimming in de Monti Sibillini in Italië. Lees erover op zijn website: agricamppicobello.com