Ik ben dol op de bergen. Als er pieken opduiken aan de horizon krijg ik al bijna tranen in mijn ogen. Misschien is het de frisse berglucht, misschien de ruige toppen, misschien zelfs het afzien of de rust die ik krijg in mijn hoofd. Het leven is simpel; eten, drinken, slapen en trekken door de natuur. Ik ga zo vaak mogelijk op pad, wandelen, fietsen, klimmen, zwemmen of kanoën. Lekker buiten spelen.
Als kind namen mijn ouders mij altijd mee naar de Adriatische Zee. De bergen kende ik alleen van de heen- en terugweg. Vaak in de regen, voor mijn gevoel. Een enkele keer reden we over de Gotthardpas heen. Man, wat was het daar koud! Nee, die bergen leken me niks. Liever ging ik surfen of zwemmen in zee.
Ergens is het toch gaan prikkelen. Tijdens het survivalkamp in België van de middelbare school of die eerste vakantie in Zwitserland met de familie van een vriendinnetje. Dat wandelen vond ik in eerste instantie nog steeds wel heel vermoeiend en fietsen was al helemaal geen optie. Maar die ene wandeling werd gevolgd door andere en vooruit, toch nog één. Voor ik het wist was ik verkocht. Nu ga ik elke vakantie naar de bergen. In de zomer en in de winter, als het even kan zit ik in de bergen.
"Voor ik het wist was ik verkocht"
Het liefst ga ik op pad met mijn gezin. Mijn vrouw en zoon, die nu net een puber wordt, houden gelukkig ook van buiten spelen. Samen maken we bergtochten, kamperen we op kleine campings met een ‘view’ en hebben we al heel veel hutten bezocht. Zo is elke vakantie weer een avontuur, klein of groot.