Trittsicherheit laat zich in het Nederlands het best vertalen als tredzekerheid of stapzekerheid. Voor bepaalde wandelroutes is ervaring en een goede looptechniek vereist om je veilig door het terrein te kunnen begeven. Naarmate je meer en meer in de bergen wandelt, bouw je ‘trittsicherheit’ op. Is voor een wandeling ‘trittsicherheit’ vereist, dan kun je deze als onervaren bergwandelaar beter overslaan.
Trittsicherheit vereist
Soms lees je bij de beschrijving van een wandelroute dat trittsicherheit is vereist. Maar wat is dat eigenlijk? Een goede Nederlandse definitie is er niet voor. De term beslaat meerdere fysieke en mentale eigenschappen die nodig zijn om de wandeling veilig te kunnen volbrengen. Als je de term trittsicherheit letterlijk zou vertalen, komt stapzekerheid het meest in de buurt.
- Coördinatie & balans: je dient je goed en zelfverzekerd voort te kunnen bewegen op onregelmatige ondergronden, zowel in natte, ijzige als droge omstandigheden. Kleine uitglijders weet je op te vangen door je houding aan te passen.
- Conditie & fitheid: wandelingen waarbij trittsicherheit een vereiste is, vragen om een goede conditie. Wie snel vermoeid raakt, zal meer moeite hebben met veilig en precies stappen zetten.
- Zelfvertrouwen: je brein is het lastigst om te trainen. Wie hoogtevrees heeft, gespannen is en geen vertrouwen heeft, wandelt een stuk minder veilig. Fysieke vermoeidheid heeft ook z’n weerslag op de mentale weerbaarheid.
Trittsicherheit opbouwen
Zonder een goede wandelhouding geen trittsicherheit. Uitgangspunt is dat het zwaartepunt van je lichaam, je heupen, zich boven je voeten bevinden. Zowel bij het stijgen als het dalen moet je bovenlichaam licht naar voren gebogen zijn, bij het dalen zijn licht gebogen knieën ook belangrijk. Naarmate je meer wandelt neem je deze houding vanzelf aan. Trittsicherheit is ook een kwestie van ervaring en veel wandelen in de bergen, waarbij je de uitdaging (hoogtemeters, afstand, ondergrond, passages) steeds iets groter maakt.
Tips voor om trittsicherheit op te bouwen
- Trittsicherheit kun je trainen door over boomstammen, trappen, rotsen en andere afwijkende ondergronden te wandelen. Doe dit wel in een veilige omgeving.
- Wandel niet voortdurend met wandelstokken. Op eenvoudige stukken kun je de stokken beter weglaten om het evenwicht te bevorderen en te trainen.
- Weet wat je wandelschoenen, op ondergronden zoals hout, steen, sneeuw en modder, kunnen. Hoe beter je de grip van je schoenen aanvoelt, hoe veiliger je wandelt.
- Kijk (ver) voor je uit en bepaal wat de beste route is om daar te komen.
- Neem korte stappen en kijk waar je je voeten veilig kunt neerzetten.
- Wees je bewust van je houding en het verplaatsen van je zwaartepunt.
Wat is Schwindelfreiheit?
Trittsicherheit wordt vaak in een adem genoemd met ‘schwindelfreiheit’, oftewel geen angst hebben voor hoogtes. Schwindelfreiheit betekent dat je zonder angst langs afgronden en valgevoelige passages kunt lopen. Beide termen worden samen genoemd, omdat een goede trittsicherheit en algemene conditie bijdragen om zelfverzekerd op dit soort stukken te kunnen wandelen.