Vandaag is het 11 november, de dag van het Sint-Maartensfeest. Veel kinderen gaan vanavond weer langs de deuren met een lampion in de hand. Na het aanbellen worden er liedjes gezongen in ruil voor een traktatie. In Nederland is Sint-Maarten sinds de 20e eeuw alleen maar populairder geworden. Maar gaan kinderen in de Alpen ook langs de deuren en wordt hier ook Sint-Maarten gevierd?
Oorsprong van het Sint-Maartensfeest
De oorsprong van het Sint-Maartensfeest is terug te leiden naar de Hongaarse Martinus van Tours (Sint-Maarten), die werd geboren als de zoon van een rijke koopman. Als soldaat gaf de gulle Sint-Maarten de helft van zijn mantel aan een arme bedelaar en na een droom koos hij ervoor om verder te leven als een christen. Hij liet zich dopen, werd monnik en stichtte een klooster bij Poitiers in Frankrijk. Op een dag was Sint-Maarten niet aanwezig bij een preek en bij het zoeken riepen de mensen: “Sint-Maarten! Sint-Maarten!”. Op 11 november 397 overleed hij op 80-jarige leeftijd. Om hem te eren, gaan kinderen de straat op om te zingen en tegenwoordig om iets lekkers te krijgen. 11 november wordt met name in België, Nederland, Noord-Frankrijk en Duitstalige gebieden gevierd.
Sint-Maarten in de Alpen
In veel Duitstalige gebieden vieren ze Sint-Maarten op de manier zoals wij gewend zijn. Tijdens het feest, dat bekendstaat als Martinisingen, gaan kinderen op 11 november langs de deuren. In Duitsland is het ook gebruikelijk om gans te eten bij het diner. Volgens de legende was Sint-Maarten te bescheiden om bisschop te worden en verstopte hij zich daarom. De ganzen verraadden met hun hun gesnater de verstopplek van Sint-Maarten. Ook zou het zo geweest kunnen zijn dan ganzen de preek in de kerk verstoorden, waarna werd besloten ze te vangen en op te eten. Ook in delen van Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Tirol gaan kinderen met lampions de straat op. Vaak gevolgd door iemand op een schimmel met een rode mantel om, die Sint-Maarten voor moet stellen (Martinsritt).
Martinsfeuer: kampvuren aan het begin van de winter
In de loop der jaren werd licht heel belangrijk rond het Sint-Maartensfeest. In de Duitstalige landen ontstond nog een traditie rond Sint-Maarten, het Martinsfeuer. Dit zijn grote kampvuren om het einde van het oogstjaar te vieren en stil te staan bij het begin van de winter. Als dank voor de geslaagde oogst wordt er een groot vuur aangestoken. Dit zou van oorsprong een Germaans winterfeest zijn ter ere van de Germaanse oppergod Wodan. Bij dit feest werden er vuren rondgedragen en offers gebracht om het land en het vee vruchtbaarder te maken. Het Martinsfeuer heeft daarom ook niets te maken met de heilige Sint-Maarten.
Été de la Saint-Martin
Sint-Maarten heeft ook zijn naam gegeven aan een Franse term voor de nazomer: ‘Été de la Saint-Martin’. De Été de la Saint-Martin is een periode van zonnig, mild weer, na de eerste herfstvorst en vlak voor de winter. In Franstalige delen van Zwitserland, bijvoorbeeld in de Jura, wordt er rond 11 november ook stilgestaan bij het einde van het werk op het land. De voorraden voor de lange winter zijn aangelegd. Er worden (met name in de Ajoie) Sint-Maartensmaaltijden georganiseerd, waarbij de plattelandskeuken en een enorme variatie aan bereidingen van het geslachte varkensvlees centraal staat.